Niet 75 procent

Belastingsdruk in Nederland ligt rond de 40 procent

12.06.2024, 13:58 (CEST), laatst geüpdate: 12.06.2024, 14:15 (CEST)

Betalen, betalen, betalen. Discussies over geld zijn vaak verhit, zeker over belastingen. De een vindt ze te veel, de ander vindt het wel oké. Allemaal goed zolang het op juiste cijfers gebaseerd is.

Recentelijk verscheen een video op Instagram en Facebook over de belastingen in Nederland. Een man beweert daarin dat de belastingen in Nederland op 75 procent liggen voor burgers "als je alles doorrekent". Die berekening lijkt hij te maken door alle deelbelastingen - denk aan BTW, inkomensbelasting en accijnzen - met elkaar op te tellen. Is het dan zo simpel? 

Beoordeling

Die berekening klopt niet. Gemiddeld betaalde de Nederlander volgens de meest recente cijfers in 2023 om en bij de veertig procent aan belastingen. Bovendien kan je dat niet zomaar veralgemenen want naargelang je wettelijke status, je inkomen en uitgaven betaal je meer of minder belastingen. 

Feiten

In de video worden heel wat belastingscijfers aangehaald en op een hoop gegooid. Volgende belastingen worden aangehaald: 21 procent belasting in de supermarkt (BTW), accijnzen op brandstoffen en tien tot twintig procent "wanneer je doodgaat" (successierechten).

Dit zijn echter niet alle belastingstypes die in Nederland gelden. Daarvan is een volledig overzicht hier te vinden. Er zijn twee soorten belastingen: directe en indirecte. De eerste slaan bijvoorbeeld op de belasting op inkomen, erfbelasting en vermogensbelasting. Het tweede gaat over belasting op producten en diensten, denk aan BTW op voedingsproducten in de winkel en accijnzen op brandstof. 

Gemiddelde effectieve belastingsvoet

Een graadmeter om te kijken hoeveel de Nederlander effectief aan de belastingen betaalt, is de gemiddelde effectieve belastingsvoet. Die houdt rekening met de verschillende types belastingen en zet dat af ten opzichte van het BBP (bruto binnenlands product) van het land. 

Een recente studie van het Centraal Planbureau (CPB) uit 2023 analyseerde die belasingsvoet voor 2016. Daaruit bleek dat voor de laagste inkomens maximaal vijftig procent aan belastingen werd betaald. Hoe hoger de inkomensgroep hoe meer de belastingsdruk daalde. De meeste inkomensgroepen betalen tussen de dertig en veertig procent, de hoogste inkomens zelfs minder dan twintig procent. 

Meer recente cijfers uit 2021 tonen een gemiddelde van 40,2 procent, onder het toenmalige Europese gemiddelde van 41,7. Dat betekende toen voor Nederland een 10e plek op 26 landen, lager dan bijvoorbeeld Duitsland, België en Oostenrijk.

Recentere berekeningen zijn niet voorhanden. Een eigenhandige berekening door het totaal aan belastingen in 2023 (bijna 400.000 miljoen) te delen door het BBP van dat jaar (1 biljoen), levert een belastingsdruk op van net geen veertig procent (39,9), niet 75 procent. 

Niet voor iedereen evenveel

Een belangrijke kanttekening hierbij is dat dit om een gemiddelde gaat. Zoals vermeld zullen hoge inkomensgroepen procentueel minder belastingen betalen dan lage. Ook je wettelijke status speelt een rol in je belastingsdruk. In 2023 betaalde een gehuwde met twee kinderen 28,3 procent belastingen op zijn inkomen (OESO gemiddelde: 25,7), terwijl een alleenstaande 35,1 procent betaalde (OESO gemiddelde: 34,8). Ook hier zit Nederland in de middenmoot binnen de OESO-landen. 

Daarnaast spelen ook je consumptie-uitgaven een rol in hoeveel belastingen je zal betalen, stelt hoogleraar Hans Gribnau van de Tilburg University. Hoe meer je consumeert, hoe meer belastingen je logischerwijs zal betalen. De meeste consumptiegoederen uit de winkel vallen onder het verlaagde BTW-tarief van 9 procent, en niet 21 procent zoals in de video veralgemeend wordt. Dat laatste cijfer geldt enkel voor een aantal producten zoals tabak en afrodisiaca.

Sommige deelbelastingen komen uitzonderlijk wel aan 75 procent

In sommige uitzonderlijke gevallen kan het zijn dat bepaalde belastingen oplopen tot 75 procent. Dat zeggen professor belastingsrecht Sigrid Hemels (Erasmus Universiteit Rotterdam) en hoogleraar Arjan Lejour (Tilburg University). 

Daarvoor verwijzen ze naar het begrip 'marginale druk'. Dat gaat over de belastingsdruk bij iedere extra verdiende euro bij een bruto-inkomensstijging. Wanneer je bruto meer gaat verdienen, wordt er van dat extra verdiende geld vaak meer afgeroomd. Gemiddeld genomen ligt dat ergens tussen de veertig en zestig procent. In slechts twee procent van de gevallen gaat dat om meer dan tachtig procent van het extra verdiende geld.

Maar voor de duidelijkheid: deze 75 of 80 procent in speciale gevallen geldt niet voor het hele inkomen, maar slechts voor een klein deel ervan.

(Stand van zaken: 12.06.2024)

Links

Posts op sociale media I & II (gearchiveerd I & II)

Gearchiveerde video

Overzicht belastingen Nederland (gearchiveerd)

Studie Planbureau 2023 (gearchiveerd)

Publicatie Centraal Bureau voor de Statistiek (gearchiveerd)

Belastingen en BBP in 2023 (gearchiveerd I & II)

Cijfers OESO (gearchiveerd)

Over Hans Gribnau (gearchiveerd)

Over BTW Nederland (gearchiveerd)

Over Sigrid Hemels (gearchiveerd)

Over Arjan Lejour (gearchiveerd)

Over marginale druk (gearchiveerd)

Over dpa-factchecks

Deze factcheck is geschreven in het kader van het Third Party Fact Checking-programma van Facebook/Meta. Meer informatie over dit initiatief vindt u hier.

Uitleg van Facebook/Meta over de omgang met accounts die onjuiste informatie verspreiden, vindt u hier.

Inhoudelijke aan- of opmerkingen kan u sturen naar factcheck-netherlands@dpa.com met een link naar de desbetreffende Facebookpost. Gelieve hiervoor de juiste sjablonen te gebruiken. Richtlijnen voor bezwaren vindt u hier.