Coronavaccins beschermen, verschillende percentages sluiten elkaar niet uit
3.6.2021, 17:02 (CEST)
Een reeks aan percentages over de diverse coronavaccins gaat rond op sociale media. Het gaat om de percentages die de ‘absolute risicoreductie’ om corona te krijgen na het vaccin aantonen: 1,3% voor AstraZeneca, 1,2% voor Moderna, 0,93% voor Janssen en 0,84% voor Pfizer. Volgens een facebookgebruiker komen die cijfers uit een peer-reviewed onderzoek van The Lancet. "Oftewel, er is vrijwel geen bescherming," schrijft zij hierbij.
Beoordeling
De cijfers zijn correct, maar bewijzen niet dat de vaccins niet zouden beschermen. Dit is de absolute risicoreductie. De hoge werkingspercentages die bekend zijn van de coronavaccins zijn de zogenaamde relatieve risicoreductie. Het absolute en het relatieve getal sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. De vaccins bieden wel degelijk bescherming.
Feiten
Allereerst is het artikel waar online aan wordt gerefereerd geen peer-reviewed onderzoek. Het is een commentaar in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Microbe van 20 april 2021. In het artikel staat kritisch commentaar op de manier waarop de effectiviteit van de coronavaccins wordt gedeeld. De auteurs komen niet met nieuwe wetenschappelijke bevindingen, maar brengen al bekende statistieken in een andere context onder de aandacht.
De schrijvers van dit artikel zeggen niet dat de coronavaccins geen bescherming bieden. Ze uitten alleen kritiek op de berichtgeving over de vaccins, waarbij de relatieve risicoreductie prominent aanwezig is, maar de absolute risicoreductie niet veel aandacht krijgt. "Het is extreem teleurstellend om te zien hoe de informatie kan worden verdraaid," zei Piero Olliaro, een van de schrijvers van het artikel, tegen Politifact naar aanleiding van de online berichten die het artikel aanhalen om te beweren dat de vaccins niet effectief zijn. Gelijkaardige berichten verschenen in de Verenigde Staten, maar ook in België en Luxemburg. "We zeggen niet dat de vaccins niet werken," benadrukt Olliaro.
De efficiëntie van medicijnen wordt vaak in medisch onderzoek met twee statistieken uitgedrukt. Aan de ene kant heb je de absolute risicoreductie (ARR) en aan de andere kant de relatieve risicoreductie (RRR). Beide statistieken betekenen iets anders, terwijl ze op dezelfde getallen worden gebaseerd. De ARR-waarden zijn meestal erg laag (bijvoorbeeld 1,2% bij het Modernavaccin), terwijl de RRR-waarden juist behoorlijk hoog zijn (bijvoorbeeld 94% bij het Modernavaccin). Bij het op de markt brengen van medicijnen wordt vaak veel nadruk gelegd op RRR-waarden, omdat deze indrukwekkender klinken. Daar uiten de wetenschappers in het Lancet-artikel dan ook kritiek op.
De ARR en RRR-waarden zijn het beste uit te leggen aan de hand van een voorbeeld: stel dat je twee groepen onderzoekt van honderd personen. De ene groep kreeg het vaccin dat je onderzoekt, de andere groep niet. Van de honderd personen in de niet-gevaccineerde groep worden er tien ziek. De kans dat je ziek wordt is dan 10%. In de groep met honderd gevaccineerde personen wordt er één ziek. Binnen die groep is de kans dat je ziek wordt dus 1%. De absolute risicoreductie is dan 9% (10 minus 1). Maar de relatieve risicoreductie is 90%, dit is namelijk de afname van 10% naar 1%. Dit zijn hele andere percentages, maar ze bestaan naast elkaar. De ene heft de andere niet op. Het punt van het artikel is alleen: deel de ene niet zomaar zonder de andere ook te benoemen.
Bij het relatieve risico wordt het risico van een gevaccineerde groep in verhouding bekeken met het risico van de niet-gevaccineerde groep. Het absolute risico geeft in procentpunten aan hoeveel het risico voor de onderzochte personen omlaag is gegaan. Dit is bij de coronavaccins een laag percentage, omdat ook de kans dat je COVID-19 oploopt voor veel mensen niet torenhoog is.
Een voetnoot om bij de ARR te plaatsen is dat deze flink kan verschillen, afhankelijk van de groep die je onderzoekt. Een groep met veel ouderen en kwetsbaren, die een groter risico lopen om ziek te worden door COVID-19, zal een grotere daling in het aantal besmettingen merken na vaccinatie dan een groep met alleen maar gezonde twintigers. Door het grotere risico in de ongevaccineerde groep, valt de ARR hoger uit.
Stellen dat er ‘vrijwel geen bescherming’ is, is daarmee echt onjuist. De hoge relatieve effectiviteitspercentages van de coronavaccins (95% voor Pfizer, 94% voor Moderna, 67% voor Janssen en 67% voor AstraZeneca) kloppen. Het is alleen goed om daarbij ook de absolute risicoreductie te vermelden, volgens het artikel in The Lancet, ook als die percentages een stuk minder spectaculair zijn.
Voor veel mensen is de kans dat zij ernstig ziek worden of zelfs overlijden aan COVID-19 niet groot. Maar met de vaccinatie wordt dit risico nog een stukje kleiner. Het is daarnaast nog steeds niet met zekerheid te zeggen hoe goed de vaccinaties helpen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Studies die momenteel worden gedaan lijken echter uit te wijzen dat mensen zonder symptomen ook minder COVID-19 verspreiden. En wie is gevaccineerd, heeft een grotere kans om geen symptomen te krijgen.
Het feit dat de vaccins wel degelijk beschermen is te zien aan de cijfers in Nederland. De druk op de ziekenhuizen neemt steeds verder af en het aantal sterfgevallen door COVID-19 gaat sinds januari naar beneden. Vooral ouderen lopen risico te overlijden aan COVID-19, en van die groep is inmiddels gemiddeld 87% gedeeltelijk of volledig gevaccineerd.
Links
Artikel The Lancet (gearchiveerd)
Factcheck Politifact (gearchiveerd)
Factcheck dpa Luxemburg
Artikel over vaccinstatistiek (gearchiveerd)
Effectiviteit vaccins (gearchiveerd)
Over kans op verspreiding na vaccinatie (gearchiveerd)
Dalende ziekenhuisopnames (gearchiveerd)
Contact met het dpa-feitencheckteam: factcheck-netherlands@dpa.com